Nog nooit kochten zoveel mensen een “nieuwe hond” als de afgelopen 2 jaren. Met de noodgedwongen introductie van thuiswerken en thuis school, zochten veel gezinnen naar een positieve toevoeging aan het gezinsleven. Lekker met elkaar er op uit; wat vooral betekende veel buiten wandelen en/of sporten. Een hond is in dat geval een geweldige toevoeging aan het gezin. Kinderen zijn gék met de nieuwe pup, en de aandacht wordt geheel verlegd naar iets anders. Nu de verkoop van honden weer wat is genormaliseerd, merken dierenasiels wel op dat ‘corona honden’ helaas de dierenasiels overbevolken inmiddels. Dit ligt er vooral aan dat men weinig tijd meer heeft voor de hond, of dat het karakter van de hond niet past bij het gezin. Wil je zelf een hond nemen, hoe zorg je er dan voor dat de hond echt bij je past? We praten je bij in dit artikel.
Ieder ras kent specifieke karaktertrekken
De grootste fout die je kunt maken bij het beoordelen of een hond bij je past is op het uiterlijk van de hond afgaan. Sommigen mensen vinden Franse Buldogjes óntzettend schattig; maar in de praktijk kunnen het soms (agressieve) krengen zijn richting andere honden. En in de zomer trekken zij een lange wandeling niet, doordat zij de hitte niet goed kunnen verwerken.
Maar ook bij Jack Russells heerst de opvatting van ‘zó schattig’. Dat zijn ze ook wel, maar naast schattig zijn ze ook ontzettend ondernemend en druk. Altijd – tot bejaarde leeftijd. Wil je dat? Trekt dergelijk gedrag jou aan of stoot het je juist af? Een grote fout is het te denken, ‘ach, het zal best meevallen’. Als bepaald gedrag je irriteert, dan bouwt de irritatie zich juist alleen maar op, totdat je écht geen zin meer hebt in ‘die hond’ en een andere baas gaat zoeken, of ‘m in uiterste nood naar het asiel brengt.
Oriënteer je op het ras
Lees je van te voren goed in over het gedrag van de beoogde hond. Hoe aantrekkelijk je ‘m ook vind, zijn gedrag moet bepalend zijn in je keuze. Daarnaast brengen honden ‘rommel’ met zich mee. Houd jij je huis graag netjes, dan kies je geen langharige hond uit. Labradoodle’s verharen bijvoorbeeld nauwelijks. Honden met lange snuitharen laten een spoor van water achter wanneer zij uit een drinkbak drinken. En honden die kort op de poten staan krijgen bij regen vaak een blubberige buik, wat ook een spoor door je huis kan trekken. Allemaal punten om rekening mee te houden.
Kosten voor je hond
Honden brengen kosten met zich mee. Een rashond heeft eerder lichamelijke klachten dan een kruising. Honden die uit kruisingen bestaan van 2 of meerdere rassen, kennen vaker een sterkere gezondheid. Hier kun je rekening mee houden bij je keuze voor een hond. Maar ongeacht welke hond je kiest, sluit een dieren ziektekostenverzekering af om hoge kosten te voorkomen.
En dan is er nog de voeding. Een grote hond eet natuurlijk veel meer dan een kleine hond. Goede dierenvoeding, zoals Royal Canin (brokken) of Smuldier (vers vlees) is best prijzig. Bij grote honden gaan er flink wat kilo’s doorheen per maand, waarbij een uitgave van 100 euro per maand niet ongewoon is aan dierenvoeding. Vind jij dit teveel van het goede, kies dan niet een hele grote hond uit.
Langharige honden zullen maandelijks getrimd moeten worden, wat extra kosten (en tijd) met zich meebrengt. Daarbij zul je zelf de hond ook moeten borstelen, om klitvorming tegen te gaan.
Tot slot
Je ziet, er zijn genoeg zaken om rekening mee te houden bij het kiezen van een nieuwe hond. Past het gedrag, de omvang én de verzorging van een hond bij je, dan kan de zoektocht beginnen.