Noord en zuid verschillen in Thailand. In het bergachtige noorden knipogen in tropisch regenwoud verscholen bergdorpen. Zuidelijk blinken de stranden parelwit. En overal rijzen de heilige tempels. Een gedegen rondreis Thailand wordt beloond met een fascinerende historie en een volk dat je graag verwelkomt. Zuidelijk op de eilanden en in de badplaatsen. En noordelijk als je trektochten door de bergnatuur wilt maken. Met gemiddeld 27o Celsius is Thailand een land om met aangename temperatuur cultuur en kunst op te snuiven.
Kennismaken met de Thai op een rondreis Thailand
Thailand is het toeristisch kloppende hart van Zuidoost-Azië. Dat heeft natuurlijk een reden. Het is meer dan de boeddhistische cultuur, de stemmige rijke tempels, de galante badplaatsen en de afwisseling van dik bebost tropisch gebergte met feeërieke eilandjes. Het is waarschijnlijk de vrolijke botsing met onze eigen cultuur. Ruziën in Thailand is uit den boze, nawijzen ook. De schoenen kunnen overal uit behalve in de supermarkten. Ook andermans hoofd aanraken is not done. Tijdens een rondreis Thailand maak je kennis met een totaal andere cultuur dan je gewend bent.
Tempelstad en backpacker-metropool
Bangkok is natuurlijk nummer één als je Thailand bezoekt. Hup in de tuktuk, ook na mislukt afdingen, en doorkruis het hectische verkeer als in een echte actiefilm. Een biertje in de backpackerswereld van Khao San Road en dan lekker smullen bij een straattentje. En dan goed gevuld de pracht van Bangkok opzoeken: de smaragden Boeddha, de Phra Keaw tempel en het koninklijk paleis. Wil je je tempels groot? Ga dan naar de Wat Pho, bijna een etalage aan Boeddhabeelden. Ook de Wat Arun tempel is een bezoek waard. Daar kom je sowieso niet onderuit want die prijkt hoog boven de rivier uit. Kom je in een buurt terecht waar de uithangborden in het Mandarijn zijn geschreven en de neonlichten flakkeren? Dan ben je in Chinatown. En ’s avonds kun je je in het spraakmakende nachtleven van een wereldstad storten.
Laat je op een rondreis Thailand je lunch niet afpakken
Hoe anders is dan Chiang Mai, zo’n 700 km noordelijk van Bangkok. Hier gaat het er relaxter aan toe. Tempelliefhebbers krijgen hier meer dan genoeg op hun netvlies. Van de 300 tempels zijn de Wat Chiang Man, de Wat Chedi Luang en de Wat Phrathat Doi Suthep de bekendste. Rond Chiang Mai kun je verschillende nationale parken verkennen. De lunch mee voor onderweg, natuurlijk verpakt in bananenbladeren. Alleen opletten dat nieuwgierige aapjes die niet als brunch afpakken. Het oudste nationale park van Thailand heet Khao Yai en is bijna een verplichte stop op de rondreis Thailand. Gegarandeerd goed voor ontmoetingen met olifanten en wellicht (maar niet te hopen) ook een confrontatie met een tijger. Overal in dit park, geklasseerd als werelderfgoed, bruisen de watervallen. Regel in dit park een leuke safari!
Eilandjes verkennen
Allereerst koers naar de Phi Phi eilanden, een bundeltje met 100% paradijswaarde. Witte stranden langs een blauw-groene zee. En het grootste eiland in de Koh Lanta archipel is ook een droom. Iets teveel toerisme naar je idee? Kies dan tijdens een rondreis Thailand voor Ko Chang, een eilandje vlak bij Cambodja. Dit eiland is nog lekker authentiek, dus proef je het ongestoorde Thailand. Voor mensen met duikbrevetten zijn de Similan eilanden top. Even een rondje koraalriffen zwemmen.
